Mauritshuis

Projecten / Mauritshuis

Het Mauritshuis (officieel Koninklijk Kabinet van Schilderijen Mauritshuis) in Den Haag is sinds 1822 een museum met voornamelijk schilderijen uit de Gouden Eeuw. Tot de vaste collectie behoren Meisje met de parel en Gezicht op Delft van Johannes Vermeer, ‘Soo voer gesongen, soo na gepepen’ van Jan Steen, De stier van Paulus Potter en De anatomische les van Dr. Nicolaes Tulp van Rembrandt van Rijn.

Meisje met de parel  Gezicht op Delft   De anatomische les van Dr. Nicolaes Tulp

Het Mauritshuis is oorspronkelijk een stadspaleis, gebouwd voor Johan Maurits prins van Nassau-Siegen in de 17e eeuw. De architectuur van het gebouw, ontworpen door de schilder-architect Jacob van Campen, is vele malen nagevolgd. Het gebouw aan de Hofvijver is eigendom van de Nederlandse staat en behoort tot de ‘Top 100 van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg’ uit 1990.

Historie
Toen het Franse leger in 1795 de Republiek was binnengevallen werd de schilderijenverzameling van stadhouder Willem V als oorlogsbuit naar Parijs overgebracht. Na de Napoleontische tijd werd het grootste deel teruggegeven aan koning Willem I, die het overdroeg aan het Rijk. Aanvankelijk werd de collectie, net als voor 1795, ondergebracht in de voormalige stadhouderlijke kunstgalerij, naast de Gevangenpoort.

In 1822 verhuisde de collectie van 200 schilderijen naar het Mauritshuis. De eerste directeur was Johan Steengracht van Oostcapelle.

Rond 1838 kreeg het Kabinet van Schilderijen, tezamen met het Rijksmuseum van Schilderijen in Amsterdam, de beschikking over een deel van Paviljoen Welgelegen in Haarlem. Hier werd onder gezamenlijk bestuur het Museum van Levende Nederlandsche Meesters opgericht. Schilderijen waarvan de kunstenaar overleden was zouden weer terugvloeien naar Den Haag of Amsterdam. Dit museum werd opgeheven na de ingebruikname in 1888 van het Rijksmuseumgebouw in Amsterdam.

In 1957 werd de Stichting Johan Maurits van Nassau opgericht. Doel van deze stichting is het steunen van het museum bij de uitbreiding van de collectie en het bewerkstelligen van exposities en publicaties. De stichting heeft ook zelf schilderijen verworven en die in duurzaam bruikleen verstrekt aan het museum. In 1982 volgde de oprichting van de Stichting Vrienden van het Mauritshuis, doel was actieve fondsenwerving. In 1986 fuseerden beide stichtingen.

In 1987 werd een vrijwilligersorganisatie in het leven geroepen voor onder andere het geven van rondleidingen en het bemannen van de winkel en de informatiebalie van het museum.

In 1995 werd het rijksmuseum Mauritshuis verzelfstandigd tot stichting Koninklijk Kabinet van Schilderijen Mauritshuis. De stichting beheert ook Galerij Prins Willem V aan de overzijde van de hofvijver.

In 1996 was er een tentoonstelling van 22 schilderijen van Johannes Vermeer. Er kwamen ruim 460.000 bezoekers.[26] Het was tot 2022 de drukstbezochte tentoonstelling van het museum.[27]

In 2003 was er een expositie van het werk van Hans Holbein. De schilderijen van Holbein bevinden zich vooral in Londen en Basel. Het Mauritshuis bezit er twee.[28]

In 2016 hield het Mauritshuis voor het eerst een tentoonstelling van werk van een hedendaagse kunstenaar. De Braziliaan Vik Muniz exposeerde drie maanden lang replica’s van de achterkant van bekende schilderijen.

Tijdens de verbouwing van 2012 tot 2014 werd een deel van de collectie ondergebracht in het Gemeentemuseum van Den Haag. Een ander deel, met publieksattracties als Vermeers Meisje met de parel en het door Donna Tartts boek beroemd geworden Het puttertje van Fabritius, reisde rond de wereld. De tentoonstellingen in Tokio, Kobe, New York, San Francisco, Atlanta en Bologna werden door 2,2 miljoen personen bezocht. Volgens toenmalig museumdirecteur Emilie Gordenker versterkte de wereldtour het internationale prestige van de collectie. Op 27 juni 2014 werd het museum heropend. In de twaalf maanden daarna bezochten tot en met 26 juni 2015 meer dan 660.000 bezoekers het Mauritshuis.

bron: wikipedia

PROJECT DETAILS

Categorie Bouwstijl: Het vierkante gebouw is in Hollands-classicistische stijl

De opdrachtgever of bouwheer was Johan Maurits van Nassau-Siegen, in die tijd officier in het Staatse leger, de latere gouverneur-generaal van Nederlands-Brazilië. Dit voormalig stadspaleis werd gebouwd tussen 1633 en 1644 en is ontworpen door Jacob van Campen en zijn assistent Pieter Post. Van Campen liet de bouw over aan Post. De bouw duurde onder meer zo lang omdat Johan Maurits in 1636 voor een periode van ruim zeven jaar naar Brazilië ging en er dus geen haast was. Een ander probleem was de brug, die op de plaats van het huidige gebouw zat. Deze mocht niet worden afgebroken voordat er een nieuwe brug was gebouwd met een nieuwe poort naar het Binnenhof, de huidige Mauritspoort.

Het pand werd door Johan Maurits gebouwd uit de opbrengsten van zijn inkomsten als gouverneur-generaal van Nederlands-Brazilië. Een belangrijke inkomstenbron voor de West-Indische Compagnie aldaar was de suikerriethandel, die door Johan Maurits gefaciliteerd en uitgebreid werd door een vaste slavenroute te bewerkstelligen tussen Afrika en de WIC-kolonie. Vanwege de lichtgekleurde gevelstenen en zijn feitelijke inkomsten via de suikerrietteelt werd het stadspaleis ook wel smalend het Suikerhuis genoemd.

Project:  Alle zalen

Plaats:  Plein 29, 2511 CS Den Haag